maandag 1 april 2013

40

Misschien komt het door de kilo's die ik kwijt ben (die liggen nog steeds op een berg in Nepal), misschien door de relatief lage trainingsfrequentie, in combinatie met meer crosstraining (fitness, klimmen). Feit is dat ik me de laatste tijd in topvorm voel. En omdat pijntjes aan knie en voet tijdens het hardlopen ook nauwelijks een beletsel meer vormen, heb ik dit weekend het onvermijdelijke gedaan: me inschrijven voor de Golden Ten en 40 minuten opgeven als richttijd.

3 of 5
De 1000'jes in 4 minuten gaan tegenwoordig weer lekker, maar wedstrijden zijn toch echt wat anders. En dus had ik vandaag een testloop gepland: de Paasloop van Pijnacker! Het lopers-equivalent van de kermiskoers zeg maar. Nauwelijks publiek, na afloop een potplantje voor alle deelnemers en een loterij met tuinbouwproducten uit de streek. En niks geen chip of startnummer: een kwartiertje voor aanvang nog even inschrijven. Het nadeel: tot vlak voor de start wist ik nog niet voor welke afstand ik zou kiezen: 3 mijl in 15 km per uur of 5 mijl in een wat lager tempo. Uiteindelijk besloot ik voor het tweede afstand te gaan: 8,045 meter om precies te zijn.

Het was dus maar een testloop, en van echte wedstrijdspanning was dan ook geen sprake. Maar toch voelde ik me voor aanvang opgeladen als een volle accu en gespannen als een ruimteveer. Niet meer te houden. Ik denk zo'n beetje als iedere Nederlander zich straks zal voelen als de lange, lange winter van 12/13 eindelijk voorbij is en de terrassen weer opengaan.

En ja, als je 'iets meer dan 4 minuten per kilometer' niet verder definieert, dan weet je het natuurlijk wel als loper-in-vorm. Dan gaat de eerste km gewoon te hard (3.55), voelt dat eigenlijk nog best ontspannen, en besluit je voorlopig maar in dat tempo door te draven...

Werken
En zo verdween het gelukzalige gevoel van de start op een voor deze lente toepasselijke manier: als sneeuw voor de zon. Want hoewel ik het tempo goed vol kon houden, voelde deze 'testloop' al snel weer als een gewone wedstrijd; als hard werken. Met sommige stukken pal tegenwind en aan het einde steeds meer last van steken in mijn zij. Maar er was ook een kilometer van 3.45. Tenminste, dat leek zo, want de laatste kilometer van 7 (doorkomst: 27.53, onder de 4!!) naar 8 kilometer en 45 meter zou volgens mijn klokje 4.47 geduurd hebben. Dat kan niet, want het laatste stuk ging prima, en dus klopte er van de kilometerpaaltjes achteraf weinig. Dat is dan weer het nadeel van zo'n dorpsloop, maar een gemiddelde van ongeveer 15 per uur (eigenlijk dus het streven voor de 3 mijl) durf ik mezelf best te geven.


En dat voelt goed, heel goed. En geeft vertrouwen voor mijn échte rentree, op 9 mei in Delft. Er is nog slechts één 'maar': in 2011 liep ik ook de Paasloop, toen nog in de veronderstelling dat het mijn rentree was na een kortstondige knieblessure. Uiteindelijk duurde het herstel nog een jaartje of twee langer.. Zou ik nu weer te vroeg juichen..? Op een dag als vandaag (1 april!) twijfel je toch wat sneller aan zaken.

Maar nee, liever denk ik aan de andere symboliek van vandaag, namelijk die van Pasen als het feest van de wederopstanding! Bovendien weten goede katholieken dat er niet alleen een 40-dagentijd zit vóór Pasen, maar ook erna. 40 dagen tot Hemelvaartsdag, jawel de dag van de Golden Ten. Met de heilige streeftijd van 40 minuten...