zondag 22 januari 2017

Oud

Inmiddels is het al weer ruim 11 maanden geleden dat ik mijn laatste wedstrijd liep. En 6 jaar na mijn eerste blogpost. Sinds die post volgden er duizenden kilometers, honderden trainingen en tientallen wedstrijden. Helaas leverden die uiteindelijk meer blessures op dan PR’s.

Sinds mijn ‘wiebelknie’ is het hollen en stilstaan…Nu ik er over nadenk zakken mijn problemen wel steeds verder af: knie, kuit, enkel, voet… en morgen ga ik naar het ziekenhuis voor… mijn teennagel! (Al geeft die vooral klachten in een klimschoen; waar je hardloopschoenen vaak 2 maten te groot koopt, is het bij klimmen juist de bedoeling je tenen zo weinig mogelijk ruimte te geven. Vragen om problemen natuurlijk.) Zou het daar dan eindelijk ophouden, of is het een cyclus die van bovenaf weer opnieuw begint? En moet ik dit jaar extra waakzaam zijn niet te struikelen en hard op mijn hoofd te belanden…?

Master
Ach, het heeft vast iets met ouderdom te maken. Ik ben inmiddels 35: dat betekent dat ik bij officiële wedstrijden zelfs al in een andere leeftijdscategorie val. In plaats van senior ben ik vanaf nu master. Op zich nog een geluk dat de atletiekbond een paar jaar geleden besloot deze Engelse term te gaan hanteren; voorheen werd je op je 35e al veteraan genoemd. Nu zou ik die titel met bovengenoemde hoeveelheid kilometers op de teller op zich ook waarmaken, maar een beetje pijn doet het wel.

Misschien is die ouderdom ook wel een (onbewuste) reden voor mijn nieuwe hobby’s: saxofoon spelen en, sinds vorige week, theatersport. Nieuwe dingen leren; een mooie manier om tenminste de geest jong te houden. In combinatie met nog steeds hardlopen en klimmen, en af en toe de sportschool of een tochtje wielrennen, hoef ik nog niet achter de geraniums te gaan zitten. Ik kan nu eenmaal slecht tegen stil zitten. Gelukkig zijn er voldoende voorbeelden die aantonen dat je lang, heel lang kunt blijven hardlopen…


De legendarische Britse hardloper Ed Whitlock, die eind vorig jaar nog het wereldrecord op de marathon verbrak in de categorie 85+ (onder de 4 uur!) (lees artikel)

Maar ja, dan moet het dus wel een keer ophouden met die pijntjes... Gelukkig kost het me - mede dankzij mijn voorliefde voor metaforen - niet veel moeite om willekeurig welke activiteit in verband te brengen met hardlopen: zo kan ik tijdens blessures in ieder geval blijven bloggen (zonder het alléén maar over die blessures zelf te hebben). Het is soms een beetje vrij associëren en improviseren, maar daar komt de theatersport dan weer goed bij van pas.

Wijsheid
Echter, ik tik het voorzichtig, inmiddels gaat ook het hardlopen zelf weer steeds beter. Dit weekend heb ik – ik denk voor het eerst sinds New York – zelfs weer eens een duurloop van bijna 1,5 uur gedaan. En dat min of meer pijnvrij. Voldoende om me weer eens in te schrijven voor de City Pier City Loop in Den Haag, heb ik besloten. Verstandig was misschien geweest om mijn gestel eerst nog eens te testen in een 10 km wedstrijd, voor me meteen aan een halve marathon te wagen. Wijsheid komt met de jaren, zou je zeggen. Maar wijsheid is misschien ook wel om soms minder verstandig te zijn…

En zo heb ik opeens weer een hardloopdoel. Nog 7 weken en dan loop ik mijn eerste wedstrijd als master. Met dezelfde relaxte insteek als de CPC van 2014, maar tot op mijn oude botten gemotiveerd. Ik zal de jongere generatie eens laten zien dat ik nog niet ben afgeschreven!

zondag 15 januari 2017

Klauteren en racen door een notenbalk

TIK TIK tik tik tik tik...

Daar gaan we weer. Samengeknepen lippen, onderlip iets naar binnen, mondhoeken gekruld. Niet te hard blazen, niet te zacht. Vooral niet forceren. Ik moet denken aan het mantra van mijn eerste hardlooptrainer. 'Mooi lopen'. Mooi spelen dus. Maar het fijne van hardlopen is dat je één ritme hebt, en dat de enige melodie waar je mee te maken kunt hebben uit een oortelefoontje komt. 'Noten leren lezen is net een taal leren.' Dat is het mantra van mijn eerste saxofoonlerares. Dat zou mij toch moeten liggen. Maar met mijn ogen die horizontaal en verticaal hun weg proberen te vinden over het papier, voelt het voor mij meer als navigeren - en dat is nou niet bepaald een kwaliteit van mij...




De beat die me begeleidt doet me denken aan de voorgeprogrammeerde deuntjes die vroeger uit het keyboard van mijn moeder kwamen. Toen deed ik er gekke dansjes op, nu zorgen ze voor houvast. Maar ook voor druk. De eindtijd staat al vast, maar verder niets. Het gaat niet om snelheid maar om ritme. Niet om kracht maar om souplesse. Toch is het ook hard werken. Terwijl mijn hersenen kraken om de signalen door te geven aan mijn vingers, worden mijn kaakspieren geteisterd door de variërende toonhoogtes. Wat bij het hardlopen voor mijn bovenbenen geldt, speelt nu voor mijn kaken: hoe stijler omhoog, des te zwaarder voor de spieren. Van een G naar een C: dat voel je wel...




Daar is ie-weer: de G-sleutel. Ik vind het nog steeds een raar ding. Was een muziekstuk maar net zo overzichtelijk als een klimwand: daar zijn de grepen weliswaar oneindig divers en de routes onvoorspelbaar, maar volg je uiteindelijk gewoon een kleurtje. Bovendien kun je regelmatig uitrusten en word je continue gezekerd. Als ik nu een verkeerde noot speel ben ik meteen de draad kwijt; dan kan ik net zo goed helemaal overnieuw beginnen. Gelukkig duurt een liedje vaak maar een minuut of 3 of 4. Al ben ik aan een volledig liedje voorlopig sowieso nog niet toe. Laat staan een heel optreden...




Nog één regel. Dit relatief eenvoudige stuk lijk ik nu redelijk onder de knie te hebben. Maar in de toekomst staan me onder meer nog 'driedubbel gepunteerde noten' te wachten, zo las ik in Noten lezen voor dummies. Ga ik dit instrument ooit echt beheersen? Ik zoek maar weer de parallel met het sporten. Er waren tijden dat ik me moeilijk kon voorstellen ooit een 6B te klimmen of een marathon te lopen... Aandacht er bij houden nu; de beat dendert voort. Ik voel me opgejaagd alsof ik tijdens het laatste stuk naar een finishlijn nog bijna wordt ingehaald. Bij het bereiken van de laatste noot voel ik me net zo opgelucht als bij het vastklampen van de laatste greep van een klimroute. Voldaan blaas ik mijn laatste adem uit.