zondag 12 februari 2017

Luchtsaxofoon met saxofoon


Onlangs was ik saxofoon aan het spelen in het huis van mijn ouders. Ik kreeg een appje van een vriend die de hond aan het uitlaten was en langs liep. ‘Klinkt al best goed’, stond erin. Of dat nu cynisch was of niet, interessanter is dat het betreffende huis in een tuinbouwgebied staat; ik stond 3 muren en een meter of 25 van de weg waar die vriend liep…

Tijdens de eerste lessen was ik me nog niet zo bewust van dat enorme volume  - en de onmogelijkheid om het instrument te dempen. Ik zat nog in de fase dat het een uitdaging was om überhaupt geluid uit het apparaat te krijgen, en was blij als dat met overtuiging lukte. Inmiddels is volume produceren niet meer het probleem, de beheersing ervan des te meer.

‘Ja, als je net begint is het moeilijk niet heel hard te spelen. Dat herken ik van toen ik vroeger zelf trompet speelde’, zij mijn bovenbuurvrouw vorige week gelukkig vol begrip, toen ik haar voorzichtig vroeg naar de eventuele overlast die ze van mijn oefensessies hadden. Vooral hun dochters - ze hebben een tweeling, die kunnen samen overigens minimaal hetzelfde volume produceren - moeten er nog een beetje aan wennen. Pas had het indringende geluid één van hen een keer laten huilen, vertelde de buurvrouw. Nu probeer ik veel emotie te leggen in mijn spel, maar ik vrees niet dat dit van ontroering was geweest…

Tja, ik moet toch kunnen oefenen... Inmiddels heb ik wel bedacht hoe ik mijn onervarenheid in deze fase in mijn voordeel kan gebruiken. Naast het produceren van een mooi geluid, zit ik ook nog volop in het proces van noten leren lezen en spelen. En dat kan ook prima zonder geluid, ben ik achter gekomen. Ik zet gewoon de voorbeeldmuziek aan en laat met mijn vingers op de maat met de juiste knoppen meebewegen. Met mijn lippen in volledige rust op het mondstuk. Bijkomende voordelen: ik raak niet buiten adem, ik hoef me niet te ergeren aan mijn eigen valse noten en kan er - zoals bij het alom bekende luchtgitaar spelen, maar dan mét instrument in mijn handen - wel gewoon een stoere houding bij aannemen. Ik had om noten te leren lezen natuurlijk ook gewoon kunnen beginnen met blokfluit mét geluid, maar dan had die stoere houding een stuk moeilijker geweest…




Natuurlijk blijf ik tijdens mijn lessen bij saxschool RCL - een beetje reclame verdient Rachel wel - en in eerdergenoemd vrijstaand huis gewoon geluid produceren. Ik zie de ‘notentraining’ vooral als aanvullende hersentraining; zoals een fanatieke hardloper zijn buikspieren traint met extra sessies. Overigens zijn buikspieren, net als longinhoud, bij saxofoon spelen misschien wel net zo belangrijk als bij hardlopen. Alleen hoef ik ze voor dat doel schijnbaar niet extra te trainen. Mijn lerares zei me pas nog nooit een beginnende leerling te hebben gehad die haar qua volume overblaast… Dat heb ik dus ook nog eens tegen. Al schijn ik van die kracht ooit ook voordeel te gaan ervaren.

De uitvinder van dit complexe en luidruchtige apparaat  is Adolphe Sax. Wikipedia leert dat ook hij in eerste instantie huiverig was om zich helemaal te geven. Maar hij wilde juist wél gehoord en niet gezien worden:

(...) Op de Brusselse industrietentoonstelling van 1841 gaf Sax een eerste officiële auditie van zijn creatie: de saxofoon. Maar aangezien de saxofoon nog niet gepatenteerd was, speelde Sax achter een gordijn, zodat niemand kon zien welk instrument die goddelijke klanken voortbracht (...)

Het doet een beetje aan The Voice denken; een variant met blaasinstrumenten - The Blow? - zou ook best een leuk concept kunnen zijn. Voor mij zou deelname voorlopig niet weggelegd zijn. De enige die zich voor mij zal omdraaien is waarschijnlijk Adolphe Sax in zijn graf. Maar dan had-ie dat ding maar niet zo’n hard geluid moeten geven.