zondag 8 november 2015

'It's not a race, it's a party'


Noot aan de lezer: hieronder volgt een lang verhaal; veruit het langste op deze blog tot nu toe. Er zullen best taaie stukken tussen zitten, maar het einde maakt het (hopelijk) allemaal goed. Tussendoor eten en drinken mag, maar ik zou wel in 1 keer door blijven lezen, anders is het misschien moeilijk later weer op gang te komen. Succes, en geef niet op!
---

Op zondag 1 november word ik al om kwart voor vijf 's ochtends wakker. Niet van de zenuwen - ik heb zelfs opvallend goed geslapen - maar omdat we op tijd moeten vertrekken om onze metro te halen. En daarna een tweede metro. En daarna de veerpont. En daarna de bus. En dan hebben we nog geluk; omdat afgelopen nacht de wintertijd is ingegaan, hebben we in ieder geval nog van een uur extra slaap kunnen genieten. Vanaf nu zal de wijzer van de klok 5 uur lang alleen nog maar vooruit lopen, richting de start van de NYC marathon 2015.

De afgelopen 2 dagen in New York - en daarvoor al een half jaar lang in een whatsapp-groep - is al gebleken hoe leuk het is met een groep naar dit evenement toe te leven. We hebben uitgebreid de route doorgenomen, tempo's, strategieën en tips uitgewisseld en gezamenlijk heel veel gedronken (water!) en gegeten (vooral pasta - met brood vooraf - en de hele dag door mueslibars; de nachtmerrie van iedere moderne voedingsgoeroe). De benen hebben we geprobeerd zo veel mogelijk te sparen, de reisgids is nog nauwelijks opengeslagen. Dat New York een supergave stad is zal de komende dagen nog blijken, nu draait alles nog om de marathon.



Oud brood
In de metro mengen vroege marathonlopers zich met Halloween-feestvierders van de vorige avond. Netjes op tijd komen we bij de veerboot aan die ons naar Staten Island zal brengen. Ik herken de beelden van de sfeerfilmpjes die ik de afgelopen dagen heb bekeken op Youtube. De organisatie blijkt super. Op de boot genieten we van het uitzicht op het vrijheidsbeeld en nuttigen we rustig ons ontbijt. Twee dagen geleden heb ik al brood gekocht, toen ik daar toevallig tegenaan liep op een lokale markt en bang was verder geen normale 'Hollandse' boterhammen meer tegen te komen. Ze smaken niet meer al te vers, maar op marathondag moet je nu eenmaal niet meer experimenteren. Voor een wedstrijd ontbijt ik altijd met sneetjes brood. Dus ook in New York.

Op Staten Island aangekomen blijkt duidelijk dat we in Amerika zijn. Uit het cordon vrijwilligers die ons op z'n Amerikaans - overdreven, maar niet minder gemeend - succes wensen, maar ook uit de ruim aanwezige 'NYPD'. Helikopters cirkelen in de lucht en van alle deelnemers wordt de tas besnuffeld door politiehonden. Het is triest dat het nodig is, maar ik voel me in ieder geval veilig. Sowieso kan ik me nu echt niet druk maken over het risico op een terroristische aanslag, de wedstrijdspanning eist al mijn aandacht op. Zeker wanneer we dichtbij de Verrazano-Narrows Bridge komen. Op deze brug kijken we al 2 dagen uit vanuit ons hotel; van dichtbij is hij helemaal 'huge'. Ter vergelijk: de officiële lengte is 4.176 meter, de Erasmusbrug meet 802 meter...



Van tevoren ben ik via blogs en ervaringsdeskundigen uitgebreid gewaarschuwd voor de mogelijke kou voor de start, maar vandaag hebben we geluk. Zelfs vroeg in de ochtend is het niet koud, het is prima weer voor een marathon (graad of 16, meest bewolkt en niet al te veel wind) en een paar dagen later zullen we zelfs nog in een t-shirtje buiten op het terras zitten. Desalniettemin heb ik me vanochtend goed ingepakt met oude kleding, inclusief handschoenen. Alles om geen energie te verliezen; die zal ik straks hard nodig hebben.

1.700 toiletten
Op het startterrein zie ik om me heen hoe iedereen zich op zijn of haar eigen manier voorbereidt. De één ligt opgerold in een dikke slaapzak, de ander doet nog wat rekoefeningen, een derde zit in een soort meditatiehouding. Iedereen brengt nog wel één of meerdere keren een bezoek aan de enorme hoeveelheid opgestelde toiletten. Alleen al in het startgebied staan er volgens de organisatie 1.700 (!).

Tijdens het wachten gaan mijn gedachten terug naar de dag ervoor, toen we alvast Central Park in waren gegaan om het laatste stuk van het parcours te verkennen. Op het 25 mijl punt vroegen we een Amerikaans stel een foto te maken met onze net opgehaalde startnummers.


We raakten met de man in gesprek en hij bleek een ervaren marathonloper. Of wij ook al eerder marathons hadden gelopen, vroeg hij. Trots meldden we dat een aantal van ons al eens Rotterdam en/of Amsterdam hadden gedaan. Vriendelijk lachend maakte hij ons duidelijk dat ons hier toch echt wat anders te wachten zou staan. En dat zagen we nu zelf ook. Dat de verschillende bruggen voor flinke hoogteverschillen zouden zorgen wisten we al, dat ook de rest van het parcours - waaronder Central Park - allesbehalve vlak zou zijn was toch wel even slikken. Maar hoe dan ook moesten we er volgens de Amerikaan vooral van gaan genieten. Die boodschap was inmiddels wel een beetje tot cliché verworden, maar toch bleven zijn laatste woorden nog lang hangen: 'It's not a race, it's a party.'

Bruce
Dat feest staat inmiddels op het punt van beginnen. Ongeveer een kwartier voor de stad komt de meute langzaam in beweging. Ik gooi mijn oude kleren en handschoenen in de daarvoor bestemde bakken - deze zullen later worden uitgedeeld aan de daklozen - en we wandelen naar een door bussen omzoomd vak. Het voelt hier nog niet alsof je met 50.000 man aan de start staat, maar we zijn dan ook slechts Wave 1, Startzone Blauw, vak E. Na een paar opwarmnummers - waaronder uiteraard Born to Run van 'mijn' Bruce Springsteen - wordt het volkslied aangekondigd, gezongen door Susanna Phillips voordat zij ook zelf meedoet aan de wedstrijd. Aan het feestje bedoel ik... Voor het eerst  - en niet voor het laatst - die dag staat het kippenvel op mijn armen. En nogmaals, koud is het niet.



Na een aantal korte speeches volgt eindelijk de harde knal waar ik al 6 maanden naar uitkijk, gevolgd door 'New York, New York' van Frank Sinatra. Ik had persoonlijk wel wat andere suggesties gehad voor een opzwepend openingsnummer bij de start van een marathon, maar nu het eenmaal klinkt blijkt het plaatje helemaal te kloppen. 'I want to be a part of it, New York, New York...' I am a part of it. Ik ga nu de marathon van New York  lopen. Wow, wat een ongelooflijk gevoel. Ongeveer 4 minuten na de Kenianen vooraan loop ik over de startstreep. We zijn begonnen.

Ondanks de enorme hoeveelheid mensen heb ik opvallend snel de ruimte om mijn eigen tempo te bepalen. Op zich fijn, maar ook gevaarlijk. Na 3 maanden hard trainen, 3 weken taperen en 5 dagen helemaal niet hardlopen zijn mijn benen enigszins onrustig... Er zit echter niets anders op dus heel langzaam te beginnen, want de eerste mijl is het meteen klimmen geblazen. Genietend van het uitzicht op de skyline slof ik de Verrazano Bridge op, waar ik op 9:30 bij het het eerste mijlpunt aankom. Ongeveer 10 kilometer per uur; zelfs nog een km/u langzamer dan mijn langzame duurlopen. Als je een feestje tot het eind wilt volhouden moet je nu eenmaal rustig beginnen...

Dress code
Na ongeveer 2 mijl lopen we de brug af en worden we verwelkomd door de eerste supporters. Voor het eerst hoor ik mijn naam. Ik moest er even overheen stappen om deze op mijn shirt te plakken - en uiteindelijk vielen de letters nogal groot uit - maar ik ben toch blij de dress code voor dit feest te hebben gevolgd. 'Come on, Tahn'. 'You can do it Tahn', Looking good Taaaaahn'. Maar er staan ook Nederlanders langs de kant - in totaal doen er dan ook 1200 lopers uit ons land mee. Mijn blik kruist die van een in het oranje uitgedoste vrouw; in combinatie met mijn naam zal ze begrijpen dat ik een landgenoot ben. Ze begint me luid aan te moedigen waarna de pak'em beet 20 Hollanders om haar heen massaal meedoen. Het gevoel als sporter mijn land te vertegenwoordigen was nooit dichterbij dan hier en nu...



Ook de lopers om me heen en de teksten op hun shirts inspireren. Er zijn lopers die voor goede doelen lopen en lopers die een overleden vriend of familielid eren - ik voel me zelfs een beetje egoïstisch dat ik 'gewoon voor mezelf' loop. (En dus een beetje voor mijn land...) Op een gegeven moment loop ik achter een vader en dochter - dat denk ik tenminste uit de teksten op hun shirts af te lezen. 'After 15 years, I'm back', staat er op zijn shirt. 'For 15 years this has been my dream', op die van haar. Weer kippenvel. Dit is inderdaad geen race.

High fives
Rond mijl 8 loop ik langs onze eigen supporters; van 6 jaar geleden tijdens mijn eerste marathon in Rotterdam weet ik nog hoeveel energie het geeft om bekende gezichten te zien. Ik sla rechtsaf Lafayette Avenue in; nu komt het feest pas echt op gang. De straat is hier relatief smal waardoor het geluid en de beelden nog meer binnenkomen. De mijlen die dan volgen zijn de meest sfeervolle die ik ooit in een wedstrijd heb meegemaakt. Ze vliegen voorbij alsof het kilometers zijn.  Ik kijk mijn ogen uit en geef denk wel wel honderd high fives. Gewoon uit het gevoel iets terug te willen doen voor al die supporters. Ik zie een 'Donald Trump Punching Bag' en bordjes met magische eigenschappen: 'Touch here for super power'. Andere bordjes bevatten spottende verwijzingen naar bloedende tepels en blauwe teennagels. 'Pain is temporally, internet results are forever', lees ik ook. Maar juist dat interesseert me niet; dit is het moment.


Ik schrik als ik me bijna verstap. De wegen in Brooklyn zijn niet in de allerbeste staat; het zal toch niet gebeuren dat ik weer door mijn enkel ga...

Op het halve marathon punt - midden op de Wallis Avenue Bridge, voor New Yorkse begrippen een minibruggetje - kom ik door op 1.49. Later hoor ik dat mijn familie thuis me op de voet aan het volgen is. Via een app van de organisatie kun je niet alleen de tussentijden zien, maar beweegt mijn icoontje ook live over de kaart.



Omdat ik tot dan toe heel rustig en ontspannen gelopen heb schiet het even door mijn hoofd dat ik vandaag wel eens een 'negative split' zou kunnen lopen. Dat idee verdwijnt echter weer snel naar de achtergrond als ik de Queensboro brug oploop; dit is geen vals plat meer maar puur klimmen. Supporters staan hier niet, plotseling is het enige wat ik nog hoor voetstappen en ademhaling. Een hele aparte sfeer. De eerste lopers beginnen hier al te wandelen en soms te rekken.

Zelf loop ik nog steeds heel ontspannen, maar bij de afdaling voel ik wel voor het eerst mijn bovenbenen. Dalen is nu eenmaal belastender dan stijgen - dat zal ik de dagen erna nog zeer nadrukkelijk gaan ervaren op de trappen van de metrostations. Hoewel ik weet dat de euforie zich vanaf nu langzaam zal gaan vermengen met pijn, bruis ik nog steeds van de energie. En dat wordt niet minder als ik vanaf het laatste stukje van de brug de mensenmassa op 1st Avenue al zie staan. Hier staat het denk ik wel 10 rijen dik. Het is de eerste keer dat we Manhatten in lopen.



De dagen erna zal ik hier nog bakken met geld gaan uitgeven, maar vandaag is het een combinatie van 'bring your own' (3 gelletjes in mijn achterzak) en 'all you can eat' (fruit en nog meer gelletjes van de organisatie). Het is immers een feestje, en daarbij hoort goed eten en drinken. Het drankassortiment is wat beperkt, maar de combinatie van sportdrank en water wordt door mijn maag in ieder geval prima verteerd. En wat is een feestje zonder goede muziek? De optredende bands langs de kant zijn al net zo divers als de buurten en de mensen. En daarmee typisch New York. Ik snap best dat die mensen trots zijn op hun stad...

Ghettoblaster
Tussen mijl 20 en 21 pakken we een stukje van de Bronx mee. Het idee van de NYC marathon is dat je door alle 5 de 'boroughs' loopt. Het mooie daarvan is dat elke buurt weer z'n eigen karakter heeft; eerder waren we al door de Joodse wijk gelopen, waar het werkelijk uitgestorven was. De enkele bewoner die wel langs het parcours loopt - zwarte hoed, keppeltje, lange krullen aan de zijkant van het hoofd - gunt ons geen blik waardig. Het is immers zondag. In de Bronx hebben ze daar geen boodschap aan. Daar klinkt hiphopmuziek uit de ghettoblaster en blijken ze heel goed te zijn in zelfspot: 'Run, or I will steal your shoes'.

Een mooi bruggetje - ook letterlijk, de Madison Avenue bridge is de laatste van het parcours - naar 5th Avenue, de shopping street van New York, waar werkelijk alle vooraanstaande modeketens met een filiaal te vinden zijn en weer nieuwe schoenen te koop zijn. Hier voelt het valse plat omhoog wel héél vals. In het dagelijks leven lijkt me dit ook al zwaar: voor mannen om achter hun shoppende vrouwen aan te sjokken, voor vrouwen om overeind te blijven op hun naaldhakken, balancerend met hun Victoria Secret tasjes. Vandaag zwoegen er door deze straat 50.000 mannen en vrouwen op loopschoenen. Dit is voor mij en vele anderen het punt dat het echt zwaar wordt.

Mensen, mensen, mensen
Iets voor mijl 24 lopen we Central Park in. Een vergelijking met het Kralingse Bos ligt voor de hand, maar gaat volledig mank. Ook hier staat overal publiek, en nu heb ik die extra energie ook echt nodig. Ik herken de banieren van onze verkennende wandeling, en de plek waar we het Amerikaanse stel tegenkwamen. Een paar dagen later zullen we een deel van de route nog eens wandelend en op de fiets afleggen, maar we hebben dan moeite alles nog te herkennen. Tijdens de marathon zie ik vooral mensen, heel veel mensen.


Rond de 40 kilometer schiet er plotseling nog een pijnscheut door mijn rug. Gelukkig valt het mee en kan hij op de grote hoop met andere pijntjes die ik nu voel. De energie stroomt langzaam uit mijn lichaam, maar ik weet zeker dat ik het ga halen. Al 6,5 jaar zit het me niet lekker dat ik nooit heb kunnen (na)genieten van de finish op de Coolsingel; die herinner ik me alleen nog als één pijnlijke waas. Nu doet het ook pijn, maar ben ik me wel overal 100% van bewust. Ik zie de finish op me afkomen, ik hoor het geluid van de tribunes aan de zijkanten, ik voel het kippenvel op mijn armen als ik ze in de lucht steek. Na 3 uur, 41 minuten en 46 seconden is het feest voor mij afgelopen.


---


Een feestje vier je nooit alleen. Mijn dank gaat uit naar mede-lopers en -finishers en super-reisgezelschap Karen, Lotte, Hilde, Anne (oneindig veel dank voor het initiatief), Gerton en Rob (dank voor de filmpjes), supporters Remco, Bas en Martijn, de vele mensen die me succesberichtjes en felicitaties hebben gestuurd en de 2 miljoen New Yorkers langs de kant. Het was onvergetelijk.