zaterdag 15 oktober 2016

Onder de 2 uur? Lekker boeiend!

Gisteravond besteedde Nieuwsuur weer eens aandacht aan die regelmatig terugkerende discussie in de sportjournalistiek: is het mogelijk de marathon binnen 2 uur te lopen? (Huidig wereldrecord: 2.02.57) Aanleiding om het hier opnieuw over te hebben was de marathon van Amsterdam morgen, al werd aan het einde van de reportage nog even gemeld dat dit parcours sowieso geen kans zou maken op een toptijd. De betreffende atleet zal in ieder geval over een betere timing moeten beschikken dan de redactie van Nieuwsuur...

Hoe dan ook blijft het een interessante discussie. Wat mij betreft niet zo zeer óf het mogelijk is, maar meer dat we er zo'n punt van maken. Want wat zegt het nou eigenlijk als een mens dit kan bereiken? Het zegt dat hij (of zij, laat ik alle opties open houden) gedurende 42.195 meter een tempo kan lopen van 21,1 kilometer per uur. Dat is ontzettend knap, maar tegelijkertijd een vrij willekeurige prestatie.

Magische grenzen
In het item wordt de vergelijking getrokken met andere magische grenzen in de hardloopsport. In 1954 liep Roger Bannister voor het eerst een mijl in 4 minuten. Inmiddels staat het wereldrecord op  3.43.13 maar is de mijl op grote internationale kampioenschappen volledig vervangen door de 1.500 meter. Op die afstand staat het wereldrecord op 3.26. Op naar de 3 minuten!

Waarschijnlijk zal er in de atletiek nooit meer een magischer grens zijn dan die van 10 seconden op de 100 meter, doorbroken door Jim Hines in 1968. De vrouwen hebben die mijlpaal nog wél voor de boeg. Gek eigenlijk dat dáár geen reportages over worden gemaakt...

Een tempo van 21,1 kilometer is heel erg hard, zeker gedurende 2 uur, maar we vieren het straks alleen omdat ze bij de Olympische Spelen van Londen in 1908 om organisatorische (!) redenen besloten de afstand van 25 mijl naar 26 mijl te verlengen. En uiteindelijk werd de officiële lengte 42.195 meter, wat omgerekend 26,21875(...) mijl is. Het is zogenaamd een 'historische' afstand, maar als je er over nadenkt...

Euro
Het zijn maar getallen, net als geldbedragen. Dat ook die maar relatief zijn bleek wel na de invoering van de Euro. Vóór 2002 wist ik precies wat een goede prijs was voor een krat bier. En wilde ik maximaal 100 gulden uitgeven aan een spijkerbroek. Daarna was het - nog los van de stiekeme prijsverhogingen rond die tijd - weer zoeken naar nieuwe normen en grenzen. Wat meteen aangaf hoe relatief die eigenlijk zijn... Ook voor een zak appels van, pak hem beet, 1,59...


Misschien loopt er over 10 jaar een vroeg gescoute, op de juiste genen geselecteerde atleet met hoogcalorische superdrankjes en op ultradunne op maat gemaakte schoenen naar een tijd van onder de 120 minuten. Het zou fantastisch zijn, maar zou het net zo'n boeiend schouwspel opleveren als een paar weken geleden in Berlijn, toen de ene topfavoriet de andere aanviel en na een ultieme eindsprint 7 seconden bóven het wereldrecord bleef?
Hopelijk krijgen we morgen ook zo'n strijd te zien. Met die grens van 2 uur hoeven we ons dus niet bezig te houden, maar natuurlijk houden we een schuin oog op de klok. Misschien dat er wel een parcoursrecord in zit...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten